Lelijk huwelijk
‘Al draagt een mens een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.’
Wij zijn getrouwd toen Madelon 7 maanden zwanger was van Fëanor. Onze eerste zoon Fëanor zou Hullegie gaan heten, en Madelon wilde graag dat we allemaal dezelfde naam zouden dragen. Een mooie idee, en een reden om te trouwen, vond ik. Je naam, dat zegt toch wel iets over wie je bent, en wij horen bij elkaar.
Voor dat moment had ik nooit over trouwen nagedacht. Niet omdat ik het stom vind, maar ik associeer liefde niet met afspraken, contracten en eeuwigheid. Nog steeds niet. Liefde betekent voor mij een wens om bij elkaar te horen, een behoefte om uit te wisselen. Dat het leuker is met zijn tweeën dan alleen. Liefde gaat volgens mij over nu, over wat je op dit moment wil. En het gaat zeker niet over de toekomst. Waarom leggen we dat dan vast in een contract?
Het huwelijk lijkt me een typisch menselijk gedrocht. Een verzinsel om een man en een vrouw te dwingen tot exclusiviteit, met kinderen waarvan iedereen weet wie de ouders zijn. Het gezin kan dan samen in een huis wonen en spullen verzamelen, die weer geërfd kunnen worden door kleinkinderen. Het huwelijk versimpelt het leven. Het is een vorm van ordening waarbij alle aspecten gedefinieerd zijn als absoluut. Als je getrouwd bent, ben je niet vrij, hoor je niet bij de één, maar bij de ander. Als je man bent kies je een vrouw, als je vrouw bent een man. Als je getrouwd bent hoor je kinderen te hebben, waar je voor zorgt. Je hoort ’s avonds op tijd thuis te komen, en te zorgen dat er eten op tafel staat. Dat zorgt ervoor dat je niet rond loopt te neuken, waardoor er weer minder besmettelijke ziektes zijn. Als je het goed bekijkt is het huwelijk dat, een building block met absolute zekerheden waarop je kunt bouwen. En je hebt een officieel contract ondertekend onder de ogen van tientallen getuigen in een gemeentehuis en trouw gezworen onder de ogen van God in de kerk, dus het is lekker dichtgetimmerd, dat huwelijk.
De lelijkheid van dit huwelijk zien we elke dag. Denk maar eens terug aan de discussie over het homohuwelijk en hoe ingewikkeld we het vonden dat het geen huwelijk tussen een man en vrouw was. Ik snap dat wel, elk concept vindt haar kracht in de bescherming van haar onwrikbare grenzen. Als je de regels minder absoluut maakt worden de grenzen onduidelijk, en het concept zwakker. Als ik voor het huwelijk zou zijn, zou ik ook tegen het homohuwelijk zijn. Dan heb je nog die ellendige vreemdgangers. Jij bent er één, want ik ben het niet, en vijftig procent van alle Nederlanders gaat vreemd. Tien procent van alle Nederlanders is niet het kind van zijn vader. Dat trouw – ontrouw gedeelte van het concept blijkt dus maar moeilijk te handhaven. De online flitsscheiding is een booming business en als ik het woord ‘snelle’ intyp op google krijg ik als eerste suggestie ‘scheiding’, nog voor ‘recepten’. Tot zo ver ‘tot de dood ons scheidt’. En trouwen onder gemeenschap van goederen is niet langer de standaard. Daar gaat de volgende absoluteregel, financiële onvoorwaardelijkheid, de deur uit. Kortom, het huwelijk als absoluut, onvoorwaardelijk en exclusief concept staat nog wel in ons wetboek, en we vertrouwen er allemaal heilig in, maar in het echte leven bestaat het niet meer.
Toch trouwen 65.000 stellen per jaar. Dat zijn 130.000 mensen per jaar. Als je bedenkt dat er gemiddeld ongeveer 200.000 mensen per leeftijdsjaar bestaan is de conclusie simpel. Trouwen is nog steeds de norm. Waarom doen mensen dat, waarom vertrouwen ze erop, en waarom verwarren ze het met liefde? Mijn kennissenkring is tussen de 30 en de 50 jaar oud, dus je kan je voorstellen dat het onderwerp best vaak aan bod komt. Ik ken mensen die twintigduizend euro uitgeven aan hun trouwdag, en honderden mensen laten overvliegen naar Toscane. Must be a big deal dat trouwen. Vrouwen die twee jaar lang bezig zijn met de voorbereidingen van hun huwelijk. Het uitkiezen van de jurk, het menu, de tafelschikking, de bloemen, de gastenlijst, waar moeten de gescheiden ouders zitten?
En als de stellen getrouwd zijn vertrouwen ze vervolgens blind op hun contract. Ze vergeten dat de liefde de basis is van hun samenzijn en gaan vervolgens huns weegs. Beiden meer dan acht uur naar kantoor, alwaar ze uitwisselen met anderen dan hun partner. Twee avonden in de week sporten in de sportschool, alwaar ze zweten zonder hun partner. Wekelijks drinken met vrienden, alwaar ze een roes delen met anderen dan hun partner. En dan na een aantal jaren je afvragen waarom de ander vreemdgaat, je uit elkaar gegroeid bent, of elkaar niet meer aantrekkelijk vindt.
Zoals alle concepten is het huwelijk een lelijke vereenvoudiging en verabsolutering van de werkelijkheid. Een idee dat iets betekent in het hoofd van een mens, maar niet iets representeert in de echte wereld om ons heen. In de werkelijkheid heb je mensen die anderen kiezen met wie ze een relatie aangaan, omdat ze op een bepaalde plek, onder bepaalde omstandigheden een goede match zijn, zoals een zuurstofmolecuul en twee waterstofmoleculen. Als je wilt dat zo’n verbinding lang blijft bestaan moet je zorgen dat de omstandigheden ideaal zijn en er simpelweg geen betere verbinding voorbijkomt. Dat betekent dat de ander je prioriteit is, dat je veel met elkaar meemaakt, dat je geïnteresseerd bent, niet omdat het verwacht wordt, maar omdat je het bent. Het betekent ook dat je veel samen moet doen, misschien wel kinderen krijgen, en vooral veel, vaak en goeie seks moet hebben. Ja dames (en heren), het is niet het contract dat je partner in je eigen bed houdt, het is seks.
Dit is een wijze les voor mensen die meemarcheren met de maatschappelijke standaard van het lelijke concept trouwen, en daarbij de organiserende principes van de liefde vergeten. Mensen die tot hun dertigste vrijgezel willen blijven, omdat ze nog te veel lol hebben en er vervolgens achter komen dat hun huwelijkspartner al vergeven is. Vrouwen die geen kinderen willen voor hun vijfendertigste en er dan achter komen dat hun baarmoeder tegen de houdbaarheidsdatum aanzit. Mannen die liever naar de voetbal gaan met hun vrienden dan praten met hun vrouw. Vrouwen die geen zin hebben in seks en verbaasd zijn dat hun man het ineens met een collega doet. Allen mensen die dachten dat de zaak afgehandeld was met een contract, maar toch ineens van de koude kermis thuiskomen. Dat je ineens je vrouw tegenkomt op Second Love. En dan dat te dure huis moeten verkopen. En dan die ruzie over de voogdij van de kinderen. En dan die kinderen met een liefdescomplex, die zich ook niet kunnen binden in hun toekomstige relatie. Allemaal omdat je vertrouwde op het contract en niet op de liefde.
In een tijd waarin de regels van het huwelijk niet langer door de kerk en de buren kunnen worden gehandhaafd en wij ieder ons eigen leven leiden op de sportschool, kantoor, en in de kroeg, alwaar we andere kandidaten voor de liefde tegenkomen, daar is het huwelijk een lelijk keurslijf geworden, waar niemand, als hij en zij eerlijk is, nog in wil rondlopen.
Ik stem voor de afschaffing van het huwelijk en de rehabilitatie van de liefde.
Madelon, op nog tien jaar liefde.