De lelijkheid van de schoonheid

De lelijkheid van schoonheid

Jaren geleden zat ik op een ochtend met mijn zoon op de bank naar de televisie te kijken. “Ieniemienie vindt het getsiederrie, er zit een worm in haar appel”. Een kwartier later mocht Pip van Woezel ’s ochtends niet in de modder spelen. En ja hoor, weer een kwartier later liep mijn bloedeigen zoon ook te zeiken over vieze vingers. Gezeik over opgeruimd en netjes hoor je de hele dag en overal. Gisteravond was er een dating programma op TV. Het meisje vroeg de jongen naar zijn hygiëne standaarden. Overduidelijk vol vertrouwen dat hij het juiste antwoord wist, zei de jongen dat hij twee keer per dag douchte, een keer nadat hij ‘s ochtends uit de sportschool kwam, en daarna nog eens voor het slapen gaan. Hoewel ik, zijn huid, en het milieu nog met onze oren stonden te klapperen, keek het meisje hem vol walging aan omdat hij blijkbaar niet douchte voordat hij naar de sportschool ging. Dit is geen incident. Uit het raam van mijn woonkamer zie ik mijn overbuurman elke avond de stoelen op de kop op tafel zetten, zodat hij zijn plavuizen grondig kan dweilen, de dweil. Weer een andere buurman veegt in de herfst elke dag de bladeren van zijn oprit, meestal tegen de wind in. Op bezoek bij mijn schoonouders gaat er altijd een onderzettertje onder mijn kopje thee, terwijl thee helemaal niet vlekt. En o wee, als er in een restaurant een kringetje op je wijnglas zit. Een doekje over de kraan, een vlek op je jas, je voeten afdrogen na het douchen, de auto door de wasstraat, het haar bij je lul, clean desk policy, douchen voor je seks hebt. Oei oei oei.

Wij Nederlanders houden van opgeruimd en netjes. Gemiddeld besteden we eenentwintig uur per week aan het huishouden. Ik denk dat haartjes kammen en je wenkbrauwen epileren daar nog niet in meegenomen zijn, maar zelfs dan hebben we het al over drie uur per dag. Als je bedenkt dat je van zeven tot acht naar de sportschool moet, daarvoor en daarna nog even moet douchen en vervolgens tot zes op je werk zit, blijft er, naast een uurtje Goeie Tijden, niet veel tijd over. Blijkbaar vinden we opgeruimd en netjes zo belangrijk dat we er vrijwel al onze vrije tijd aan besteden.

Hoewel bij de Belgen het woordje schoon hetzelfde betekent als mooi, is het maar de vraag of schoon niet juist heel lelijk is. In onze eigen menselijke historie gingen we in ieder geval langer wel dan niet met vieze voeten ons bed in. Niet zolang geleden sliepen we nog tussen het vee in de stal om het in de winter een beetje behaaglijk te krijgen. En zonder een air purifier of nat/droogzuiger. Sterker nog, je had niet eens een gewone stofzuiger. Je vraagt je af hoe mensen in die tijd de plinten stofvrij hielden. En wat ze met al die vrije tijd deden!

Orde en properheid zijn pas sinds een kleine twee - driehonderd jaar onze belangrijkste hobby en dagbesteding. Er is een duidelijke oorzaak aan te wijzen. Dat is de periode waarin de grote steden ontstonden en grote hoeveelheden mensen dicht op elkaar gingen wonen. Een beetje boerderij had vroeger een ‘outhouse’ waar je je behoefte kon doen, maar in de stad kieperde je gewoon je drollen op straat. Dat was niet zo fris. En tussen die drollen lagen ook je voedselresten en daar kwamen weer ratten op af, wat weer een soort vleermuizen van toen waren voor de volksgezondheid. Bacteriën wandelden van die ratten, via de handen van de chirurg, de vagijnen van pasbevallen vrouwen binnen, en zorgden ervoor dat een op de drie jonge vrouwen na de geboorte stierf. En zo waren er vele voorbeelden van onheilige vuiligheid die leidde tot slechte gezondheid, misvorming en dood. En toen hebben we het gewoon helemaal omgegooid. Zoals altijd vonden wij mensen het moeilijk om dat genuanceerd te doen, dus het omgekeerde van vies werd perfect schoon, het omgekeerde van rommelig werd dwangmatig geordend, en het omgekeerde van onhygiënisch werd steriel.

En zo vinden we ons een paar eeuwen later terug in een tijd waarin sommige mensen hun conservenblikken op kleur sorteren en iedereen zijn vaatwasser strikt volgens protocol inruimt. Een tijd waarin we het normaal vindt dat de Belastingdienst van je verwacht dat je al je financiële zaken vijf jaar lang in multomappen organiseert, en vrouwen niet langer borstvoeding willen geven omdat ze dat zo’n smeerboel vinden. Een knotsgekke neurotische samenleving waarin kinderen en volwassenen denken dat alle bacteriën bedreigend zijn, terwijl je het geen dag zou uithouden zonder de bacteriën in je lijf. Een samenleving waarin onze kinderen niet meer naast onze koeien slapen waardoor het veel langer duurt voordat hun immuunsysteem volgroeid is. Dankzij onze shampoo en schoonmaakmiddelen obsessie hebben we decennia lang de PH balans van onze hoofd- en voorhuid verstoort, om maar te zwijgen over wat we daarmee de planeet aan hebben gedaan. We lusten alleen perfect ronde appels, waar nooit een rupsje langs gelopen is, maar die door onze veredelingspogingen geen enkele voedingswaarde meer bevatten. We maaien ons gras precies een centimeter hoog, ook al loeit de verschroeiende zon met al haar macht. En we schuren en schilderen onze kozijnen, al zitten er nog twee lagen verf op het hout. Net gestucte wanden, strak gesneden graskanten, smetteloze bovenkleding, drie keer daags tandenpoetsen en gestreken overhemden zijn de kampioenen van onze cultuur. En weg met de uitgebloeide bloemen, de strepen op je pas gezeemde ramen, de overrijpe bananen, zand op je automatten, kalkaanslag op je kraan, en de wesp op je drinkglas.

Weet je wat het ergste is aan die obsessie? Dat er geen einde aan komt. Er is maar een schoon, en al het andere noemen we vies. Er is maar een opgeruimd, en de rest is rommel. Er is maar een steriel, en alles wat niet steriel is, is onhygiënisch. En die ene perfecte toestand is nooit haalbaar. Een schone toestand bestaat, als hij al bestaat, misschien maar een tel, waarna de eerste viezen zich alweer een weg vinden en de zo gewilde perfecte toestand verpesten. Hetzelfde geld voor opgeruimd en steriel. Ook deze toestanden zijn perfect en absoluut en zodoende onhaalbaar. Maar ze geven ons wel een levensdoel dat we ons hele leven kunnen najagen. Najagen tot in ons graf.

Wij waren eens met mijn ouderlijk gezin op vakantie in Portugal. Voor mijn zus, mijn broer, mijn ouders en mijzelf was dit een zeldzaam en bijzonder uitstapje. Uniek, zou je kunnen zeggen, omdat wij elkaar eigenlijk zelden zien, en zeker niet onder de perfecte omstandigheden van een Portugees zonnetje. Om dit heuglijke avontuur te vieren maakte een aantal van ons bij aankomst aanstalten om direct naar ons favoriete restaurant te gaan om daar te proosten op de bijzondere gebeurtenis. Mijn zus en haar man wilden echter liever eerst naar de supermarkt om daar wat schoonmaakspullen te halen en hun appartement eerst even fris in het sop te zetten. En dat is toch erg. Dat je schoon, opgeruimd en steriel belangrijker vindt dan leven en liefde? Dat je liever je vensterbank met Jif afneemt dan in de zon op het strand een biertje drinkt met je familie? Dan zijn we toch knettergek?

Schoon, opgeruimd en hygiënisch zijn relatief en functioneel. En als je je dat weer realiseert, voel je misschien niet meer de noodzaak om je de perfectie in te poetsen. Dan gooi je je afval weg, maar laat je het stof een weekje liggen. Dan is een vlek op de vloer een herinnering aan die keer dat je op een feestje een meisje probeerde te versieren en per ongeluk je peuk op het parket liet vallen. En dan kan Ienieminie de tering krijgen, een fucking muis met een snor van opgeplakt schaamhaar.

Volgende
Volgende

Lelijk gymnasium